Witte toppen

Al sinds anderhalve week kunnen we de besneeuwde bergtoppen van de Pyreneeën zien, maar nu lopen we er ongeveer tussen.

Om bij de grenspost echt Spanje in te stáppen (en niet per auto, dat zou net een beetje zielig zijn), puzzelen we een beetje met de (wandel)kaart bij de hand: welke stukken doen we lopend, en voor welke vragen we een lift? Om nu met volle bepakking de ene berg overgang na de andere top over te steken lijkt ons geen goed idee. Het moet wel veilig blijven, en bovendien hebben we bij die ene bergtop van twee weken geleden wel gezien dat dát nog wel even andere training vergt.

Burenfeest

In Toureille, net onder Limoux, vielen we met onze neus in een burenfeestje. We waren ernaartoe gelift omdat we er een Airbnb hoopten te vinden. Richard had bij twee adresjes al een boekingsverzoek gedaan, en vooruitlopend op bevestiging waren we maar vast op weg gegaan. Helaas bleek een van de Airbnb’s vol, dus vroegen we rond in het dorp. We werden naar dat burenfeestje gestuurd; dat was in de plaatselijke salle de fête en misschien konden we daar wel in een hoekje onze matjes uitrollen.

De feestgangers reageerden hartelijk op onze verschijning. We kregen al drankjes aangeboden toen een dame op ons af kwam: hadden wij op haar Airbnb-advertentie gereageerd? Ze had ’m niet bevestigd, want het appartement was nog niet gebruiksklaar! Maar loop even mee.

Toch een plek voor de nacht

We lieten buren en drankjes achter en mevrouw liet ons een prachtig, compleet ingericht tweekamerappartement zien; zich verontschuldigd dat ze er nog niet aan toegekomen was om schoon te maken. Maar we konden er slapen als we wilden. Ze hoefde er niks voor te hebben, ondanks ons gesputter dat we toch minstens de helft konden betalen.

We gingen snel nog even terug naar het feestje (er was echt veel eten, en wij verkeren dankzij dagelijkse inspanning in een voortdurende staat van zeer gezonde trek), en daar kreeg Richard uitvoerig tips over de beste route om zonder al teveel stijgen en dalen de eerste bergen van de Pyreneeën te passeren. Iemand had een reliëfkaart van het gebied aan de muur hangen; dat maakte het visueel een stuk inzichtelijker.

Zeven bergen

In de dagen erna volgde een mooie serie tochten waar we de heuvels langzaam in bergen zagen veranderen, en steeds weer tussendoor, steeds iets minder ver weg, die besneeuwde toppen konden bewonderen.

Van Fred, een internetmonteur die heel Frankrijk doorreisde met z’n bestelbus, kregen we een lift van 50 minuten die ons al aardig diep de Pyreneeën in bracht. Bij Matemale stapten we uit en planden onze etappe naar Mont-Louis. Dat moest, losjes doorgerekend, zo’n 12 km zijn. Het was al drie uur in de middag, maar dit zag er zeer doenlijk uit.

Klein Canada

Inderdaad, de paden waren duidelijk en goed begaanbaar; en het was zeker niet absurt steil of gevaarlijk. Eerst langs een meer, redelijk vlak, daarna door de bossen een bergrug over. Een groot deel liepen we daarna langs een langzaam groeiend beekje dat prettig kabbelde. Prima te doen.

Dit gebied noemen ze ook wel Petit Canada, en daar is, dankzij de uitgestrektheid en de naaldbomen wel iets bij voor te stellen.

We hadden ons alleen een beetje vergist in het kilometertellen. Óngeveer 12 of óngeveer 16, dat maakt nogal uit, zeker als je later op de dag begint met lopen.

Uitgestorven

Mont-Louis zelf bleek ook nog eens achter een flink net van autowegen en rotondes te liggen dus het duurde eindeloos voordat we eindelijk een dorp in liepen (niet eens Mont-Louis maar een klein plaatsje ervoor). We zijn hier in seizoensgebied: bijna alle huizen zijn dicht en verlaten, wachtend op zomer- of wintersporttoeristen.

Inmiddels was het al half 8, we waren moe (Vuk en ik althans) en er was niemand te bekennen. We waren ernstig toe aan een plek voor de nacht. Eindelijk zie ik een vrouw bij haar huis uit de auto stappen, en we schieten haar aan. Ook bij Ève geen enkele vraag of bedenking, maar vooral: tuurlijk slapen jullie niet in de garage, ik heb wel een kamer met bed voor jullie hoor!

We maken kort kennis, installeren ons en na een douche schuiven we op Ève’s uitnodiging bij haar en haar tienerdochter Malia aan. Die wil graag goed Engels leren spreken dus de gesprekken verlopen meertalig. We hebben een heerlijke avond maar zowel onze gastvrouwen als wij zijn behoorlijk moe waardoor we snel in bed liggen.

De volgende dag rijdt Ève naar Égat voor boodschappen. We rijden mee want dat is een uitstekende plek om onze dagtocht te starten; een route die vooral uit afdalingen bestaat, via Llivia naar grensplaats Puigcerda.

Later die dag besluiten we dat het ook onze laatste etappe zal zijn.

Proudly powered by WordPress | Theme: Nomad Blog by Crimson Themes.