Vuk: Dan u životu *

* Servisch voor ‘Wolf, een dag uit het leven van’

Jdfjdhsue djsdbd edgiyedbnsshj ace dcgrdcggv — wacht, beter gebruik ik de dicteerfunctie, haha!

Ik ben weer dakloos. Deze keer met m’n roedel samen, dus da’s een stuk gezelliger. Ik denk dat onze huisgenotes — een Kroatische en een Italiaanse, dan weet je het wel — ons op straat hebben gezet, zoiets.

En ik hoorde iets over een lange reis. Wel honderd dagen. Of duizend jaar ofzo. Maakt niet uit, want ik mag heel vaak loslopen, zonder riem. Ja, behalve als ik háár moet trekken. Wat een mlohava krpa za suđe.

Heel veel mensen vragen meelevend en bezorgd: en hoe gaat dat dan met Vuk? Houdt hij dat tempo van jullie wel vol? Pfff, kíjk dan:

Laat me niet lachen. Ik ben van Servische komaf. Zíj noemen me steeds een roteb-terriër – wat een afgang. Proberen ze dat ook nog in steenkolen-Frans ‘chien poubelle’ te noemen.

Weten zij veel van mijn hoge ras. Mijn voorouders zijn letterlijk doorgewinterd: die liepen eindeloze marsen onder militaire discipline — hé kijk!

Oh dat was niks… eh, discipline dus, krijgsgevangenschap, martelingen — daardoor heb ik een onuitputtelijk uithoudingsvermogen, ik verdraag extreme kou en zinderende hitte, en als het moet, verdraag ik zelfs van die gore droge brokken — croquettes op z’n Frans. Gelukkig geven ze me ook regelmatig een fatsoenlijke portie echt vlees:

We zijn inmiddels al even onderweg, dus ik begin door te krijgen wat de dagelijkse bedoeling is.

Eerst doen ze heel druk met dingen. Daar zijn mensen toch goed in! En dat duurt ook vreselijk lang. Prima, kan ik nog even bijkomen van m’n nachtrust.

Nou ja, en dan dus lopen. Wat kan ik erover zeggen — dat ‘t nogal langzaam gaat. Hij wil graag voorop, maar de voorhoede kan hij echt beter aan mij overlaten.

Ik ben namelijk een leider in hart en nieren. Ik hou het overzicht en laat me door niets en niema—

BAM! Had ik daar mooi de staart van een hagedis te pakken.

En dóór. We lopen over asfalt, karrensporen, bospaden, dwars door jonge begroeiing — ook dan ben ik met mijn soepele lijf ruimschoots in het voordeel.

Gelukkig is er onderweg ook volop gelegenheid om auto’s te jagen (als ik niet word tegengehouden tenminste).

Maar GHGHgghhhh, wat krijg ik er soms een droge bek van.

Ik heb veel boeiende interactie met de omgeving en het is van tevoren nooit te voorspellen hoe er op ons bijzondere gezelschap gereageerd wordt:

Vrij vertaald zoiets als ‘Neem me mee, wij willen ook op pad!’

Maar dit hier — ‘Hé hufter! Hufter!’ — is ook geen uitzondering. Ik heb ‘t trucje inmiddels door; ze kunnen niet bij me in de buurt komen. Dus voor het aangezicht van de vijand hef ik mijn poot en laat m’n tag achter.

Zodra het maar even kan, knap ik even een uiltje. Bijvoorbeeld als we wachten tot de auto komt. Ik snap trouwens niet hoe ze weten dat steeds op dié plek een auto stopt!

Maar wat slapen betreft is mijn motto: pakken wat je pakken kan!

Als de tocht erop zit, gaan die twee weer druk doen. Ik heb m’n portie actie tegen die tijd wel gehad.

Dan is het tijd voor teken-controle. Die monsters gaan vooral in m’n nek zitten. Ik rol daarom graag in mest en dode dieren. Dat helpt, zeker weten. Hier haalt hij stukjes dood dier uit m’n vacht. Jammer.

Hierzo, ook een dood dier. Ik snuffelde even aan de uitgang:

Tja, en dan is het zo’n beetje etenstijd…

Afwaswater is ook rijk aan voedingsstoffen!

… en daarna gaan we in de bench met z’n allen.

Genoeg nu. De Wolf groet u.

Proudly powered by WordPress | Theme: Nomad Blog by Crimson Themes.