We zijn inmiddels al ergens halverwege onze trip. Zowel qua tijd als qua afstand. Zijn we dan al zo lang onderweg? Als ik probeer terug te halen waar we een week geleden waren, lijkt dat een eeuwigheid geleden. En duizenden kilometers ver.






Ik vind het onvoorstelbaar dat we mét bepakking zo makkelijk die dagetappes wegtikken. Nouja, makkelijk. Richard vraagt dan onderweg aan me: hoe gaat die bij jou? Ik voel vaak wel wat verzuring bij m’n nek en schouders, of er begint onder mijn rechter hiel een pijntje. Er was een dag bij dat het irriteerde in m’n heup of lies wat maar niet wegging. En een enkele blaar die opspeelt, maar werkelijk niets noemenswaardigs.
Vraag ik hetzelfde aan Richard, dan zegt hij: ja nee prima, gaat lekker!
Stoer hoor.





We worden regelmatig verrast door de vaart waarmee we van het ene landschap plotseling in het andere stappen. Lopen heeft iets geleidelijks, zou je zeggen. Maar we drinken zo bewust de omgeving in dat we ook snel de subtiele veranderingen zien als we over een heuvel komen of een bos uitlopen.
Zevenentwintig jaar huwelijk maakt dat je niet stéeds hoeft te praten. Of dat je aan een enkel woord genoeg hebt. Of dat je een gesprek kan beginnen en dat pas uren later vervolgt. Maar stil lopen naast (meestal achter) elkaar bevalt ons beide prima.
Ter afwisseling ende vermaek trakteerde Richard me een paar keer op ‘Vertel de hele storyline van een slechte film’. Zo heb ik mogen aanhoren hoe het toch afliep met Rambo. Daarna beloofde Richard me een gedetailleerde vertolking van ‘Blind Fury’ — een week later kreeg ik idd het hele relaas te horen, wandelend door een prachtig beukenbos.
Nu verwacht Richard ook wat van mij terug: in de reeks van minder spraakzame acteurs maar met des te meer spierbundel wil hij dat ik ‘Conan the Barbarian’ aan hem ga vertellen. Ik ben me al aan het inlezen: het ís nogal een verhaal, maar daar hebben we dan ook alle tijd voor.



Wat rust en ritme betreft: te weinig kiezen we ervoor om een lange pauze van de lunch te maken. Hoe lekker is het om ergens in een weiland neer te ploffen, een matje uit te rollen en bij het gezang van vogels en krekels even een dutje te doen? Time is on our side!

Lopen is wat we doen, onze eerste natuur inmiddels, dus als we een stukje moeten omlopen — onze wandel-app Wikiloc zoekt naar de kleine weggetjes wat het traject vaak langer maakt — of er aan het eind nog een paar km’s aan vast moeten plakken, dan doen we dat, geen punt.

Goed, soms is de omweg daardoor zó onwaarschijnlijk en onlogisch, dat we onderweg zomaar even wat afsnijden — een klein dopamine-genoegen als we dan ineens 2 km minder hoeven te lopen 🤩
Onderweg vroeg iemand die zelf een stuk van de Camino had gelopen: welke GR-paden loop je dan? (Je hebt door heel Europa een wegennet van wandelpaden, Grande Route, die met nummers zijn aangegeven) Gek genoeg hebben we daar geen idee van. In de app komt dat niet ter sprake; tijdens het wandelen komen we volop van die routetekens tegen, maar onze app dicteert ons daar ook weer even vaak vanaf. We gaan onze eigen weg blijkbaar…
Tips
1. Belangrijke tip die we meekregen vóór onze reis: bij de cimetière vind je áltijd een kraan met drinkwater. En elk dorp heeft er één. Daar maken we dankbaar gebruik van, al worden we ook steeds makkelijker in het aankloppen bij mensen: wilt u onze fles even met water vullen? We krijgen er maar al te vaak een nieuwe fles bronwater voor terug.
2. Mijn persóónlijke tip voor wandelaars, nee dringende aanbeveling is, opgedaan uit eigen ervaring: zoek voorzeker een reisgenoot die sterker dan jij is en gráág een extra dosis draagt!
