Angora

Bij aankomst in Saint-Hilaire vroegen we iemand voor een slaapplek. Hij verwees ons direct naar de camping. Eigenlijk een prima optie, want de douche was er heet en royaal en we waren bijna de enige gasten. De camping grensde aan een sportveld; in een soort dugout konden we uit de wind koken en eten.

Tot 7uur was het nabijgelegen café open, dus daar profiteerden we nog even van: blij om even rechtop te kunnen zitten in een warme ruimte. Zo’n heel stil café zonder muziek, in geen dertig jaar iets aan gedaan, en waarschijnlijk was de barman ook nog immer dezelfde. Een handjevol gasten staarde ons openhartig aan en iedereen luisterde mee toen Richard onze drankjes bestelde.

Terug van het café begon het net te regenen, zodat we ter plekke konden aanschouwen hoe het water op diverse plekken onze tent binnen druppelde. Hét moment dat je je afvraagt waarom je in vredesnaam dacht dat kamperen léuk is.

Elke vorm van lichte paniek (dat straks álles nat is, dat we dweilend de nacht moeten doorbrengen) druk ik weg. We pakken ons beddengoed en verhuizen naar de dugout. Dit was meteen een goeie test: zou onze nieuwe deken warm genoeg zijn voor buiten slapen bij 7°?

Dus hoe het begon. Richard las een artikel van een of andere Himalaya-strijder en wat de ideale mix van textielen was om jezelf mee te kleden (en in welke volgorde). We hadden ook makkelijk twee (aan elkaar te ritsen) slaapzakken kunnen nemen, maar die zijn dan net zo vaak te heet als dat ze comfortabel zijn. Je wil kunnen variëren voor meerdere weersomstandigheden.

Zijde werd specifiek genoemd als een belangrijke component: temperatuurregulerend. Nou, dat wil je: verkoelend als het heet is, en verwarmend als het koud is.

We hadden nog een flinke lap vezelhennepstof liggen, ook prettig materiaal om onder te slapen. Dus van hennep plus zijde maakte ik een soort dekbedhoes. Twee lagen die samen op zich al een prettige warmte geven.

De echt warme component moest wat ons betreft wol zijn, maar uiteraard wel lichtgewicht en compact. Wolvilt voldoet daaraan, dus dat hadden we als deken bij ons.

Helaas: de eerste nacht dat we kampeerden, middenin het bos, was het meteen nét boven het vriespunt. De combi werkte niet. En de zeldzame keren dat we die nacht sliepen, schrokken we wakker omdat Vuk plotseling blafte op omgevingsgeluiden (en dat je dan prompt ook zelf een tak hoort breken en je afvraagt wie of wat er rond de tent sluipt).

De volgende dag kochten we bij de Leclerc de eerste de beste slaapzak. Dat was dan weer zo’n mummie-model, dus opengeslagen was het een beetje kiezen of delen wie het meeste had. Het was ook een nogal synthetisch ding, dus ik lig onder zoiets tegelijk te rillen en te zweten. Geeft niet, ik had het al over sub-projectjes: wie weet wat voor winkel we op ons pad nog zouden treffen om Het Perfecte Beddengoed verder te tweaken.

In St-Florentin was een brocante winkel, vlak naast de parochie waar we sliepen. Een winkel met een hele hoop meuk en tussendoor prachtig oud frans spul. En niet eens voor over het paard getilde prijzen. Er was ook een textielafdeling, vol met grote oude linnenkasten die weer volgestouwd waren met lappen, gordijnen, linnengoed; er hing oude legerkleding en andere uniformen en ertussen stapels zakken met goed dat nog gesorteerd moest worden. Heerlijke plek. De dame die dit imperium bestierde dacht ijverig mee met onze wensen: warm, compact, lichtgewicht, natuurlijk materiaal. Ze dook in de collectie en droeg diverse suggesties aan.

Maar er was eigenlijk maar één echte serieuze kandidaat: een deken van angorawol (de angorageit heeft hele fijne zachte haren en dat geeft superveel warmte). We hadden ‘m al ergens in de zaak zien liggen, nog in de originele verpakking uit de jaren ’50 (!), maar dachten eerst dat ie misschien te groot zou zijn. We vouwden ‘m nog eens uit: hij zag er echt keurig uit. Zeventig jaar oud maar nog gloednieuw.

Voor een heel schappelijk bedrag was de zachtroze deken voor ons en namen we ‘m mee, terug naar de parochie. Richard testte ‘m meteen.

Fastforward naar de camping in Saint-Hilaire. Ja, de bewuste deken heeft ons aardig warm gehouden, maar op het nippertje zou ik zeggen. Elke nacht dat we te gast zijn in iemands tuin, vragen we eigenlijk altijd of we een extra deken mogen lenen, en ja, dán is het uitstekend uit te houden in deze frisse voorjaarsnachten.

Proudly powered by WordPress | Theme: Nomad Blog by Crimson Themes.