Met een boemeltje

Twee dagen verbleven we in de parochie van Saint Florentin. Het hek stond open, er was niemand, dus installeerden we ons in de stoelen op de binnenplaats om wat te eten.

Toen de pastoor kwam aanlopen en we vroegen om een tentplek, was het ‘oh prima, ga je gang!’ En later, toen ik vroeg of we ook binnen in de vergaderzaal onze matjes konden uitrollen: tuurlijk joh. En welja, we konden ook twee nachten blijven.

Maandagochtend, terwijl de marktlui aan het opbouwen waren, verlieten wij weer met onze bepakking de parochie, op zoek naar de bushalte. We wilden naar Auxerre met de bus en van daaruit een stoptrein naar weer wat landelijker contreien.

Die bus zou er zeker staan als we ‘m de avond ervoor besteld zouden hebben… helaas… We zochten daarom een passende liftplek om toch station Auxerre te kunnen bereiken – al snel hadden we weer een paar km’s in de benen.

De dame die ons oppikte, zette ons een klein halfuur later af in de stad; na koffie en boodschappen waren we er klaar voor: zo’n fijne rit met een stoptrein voor het ultieme reisgevoel! Helaas: de trein bleek een bus te zijn, volledig geïntegreerd in de dienstregeling van de SNCF. Treinreizen (en dus ook eenvoudig in een bus stappen voor een paar haltes) is bijna uitgestorven in Frankrijk. Zo jammer.

We stappen uit en liepen een stukje langs de Yonne. Het voelde alsof we in een andere fase van onze tocht waren beland: het was een stuk warmer, we zagen meer glooiing; in dit gebied zie je veel landgoederen en kastelen. Opeens ook meer caravans en campers (met stellen die nog wel een jaartje of 10-15 ouder waren).

Maar die Yonne, die zag er te aanlokkelijk uit om alleen maar langs te lopen:

Flink koud, maar heerlijk. Toen konden we ook een korte etappe weer aan, langs een kanaal. Dat was echt behoorlijk heet, in de volle zon, maar ik kan geen genoeg krijgen van de uitbundige lente. Overal zien we bloesems: van de fruitbomen, de seringen, hagen met witte dotten en trossen. Regelmatig ruiken we ze ook.

In Clamecy wilde ik een dame vragen of ze onze fles wilde vullen. Haar hond was inmiddels al over het hek gesprongen en stond me nogal intimiderend toe te blaffen. Terwijl die dame met een lange stok kwam aanlopen om hem in bedwang te krijgen (hoé dan), vond Vuk het nodig om mij te hulp te schieten. Dat werd even een stevige aanvaring in zijn nadeel. De vrouw jaagde haar hond naar binnen, liep over van verontschuldigingen, haalde betadine op waarmee we de wond depten (kwam die hond ook weer de tuin uit denderen). Maar onze fles was weer gevuld!

Niet veel later vonden we een plek voor onze tent in iemands weiland. Deze avond was een stuk aangenamer dan we tot nu toe hadden meegemaakt. In de avondzon aten we bonen en eend – beide uit blik.

Proudly powered by WordPress | Theme: Nomad Blog by Crimson Themes.