Gastvrij en behulpzaam

Nu we zo’n tien dagen op weg zijn, beginnen we het een beetje te ontdekken: hulp vragen. De brutaliteit hebben om de ander met je probleem op te zadelen.

Bijvoorbeeld aan het eind van onze eerste dagetappe toen we een dorp binnenliepen en neerzegen op de trappen van de kerk. We raakten aan de praat, vertelden ons verhaal, maar kwamen niet met de vraag op de proppen: zeg, trouwens, we zoeken nog een plek voor de nacht — mogen we bij jou?

Toen troffen we een gezin waarvan de zoons net samen door Oost-Europa hadden gefietst. Die konden zich direct in onze situatie verplaatsten en stelden meteen hartelijk hun huis, logeerkamer, douche en avondmaaltijd voor ons open.

Onze manier van hulp zoeken is volgens mij niet direct gerelateerd aan de mate van hulp of gastvrijheid die geboden wordt. Maar we leren wel dat we maar beter wat explicieter kunnen zijn.

Op een regenachtige dag vroeg ik een groepje buren: ‘Weten jullie iemand bij wie we onze tent mogen opzetten?’ Inmiddels leer ik dat dié indirecte manier (al deze dames hadden gewoon een tuin met een gazon; onze tent had er makkelijk kunnen staan) niet helpt. Overigens: iedereen moet vrij zijn om wel of niet gastvrij te zijn. Gast-vrij – vandaar het woord, aha.

Deze vrouwen waren tenslotte wél behulpzaam door actief mee te denken en te overleggen.

Ook behulpzaam: de enige man die voor ons stopte op een dag dat we tevergeefs wel drie uur gelift hadden. Waar we naartoe moesten? En dat hij ons dan hooguit een km of zes kon meenemen. Wilden we dat wel? Nou prima, alle beetjes helpen! Net als we naar het achter portier reiken, trekt de man weer op en rijdt weg. Huh? Een knullig misverstand blijkbaar.

Of deze: we pauzeren even in de schaduw van een grote parkeerplaats. Erachter een landgoed met een dans- en feestterras, met gîtes eromheen. Bij het belendende huis vraag ik om water en of ik even naar de wc mag. Een oudere man komt aan de deur, pakt mopperend een sleutel en gaat me voor. ‘Als ik iedereen naar het toilet zou laten gaan die hier langskomt, mopper mopper … En ik zie dat je zomaar op de parkeerplaats zit met je spullen … er staat toch duidelijk dat alleen gasten er mogen —moppermopper. Maar ik krijg m’n wc, én hij vult m’n fles met water. Uiteindelijk zegt hij bij wijze van verontschuldiging dat hij een dutje deed toen ik aanklopte en daardoor wat van slag was.

Ook een mention waard: de priester die op weg is naar zijn lunchafspraak in Sarenne en ons oppikt. (Halverwege de rit gaat z’n raampje wat verder open; ik wil de geur die we verspreiden graag wijten aan onze viervoeter, maar ik betwijfel of dat terecht is 😆) Hij is al laat (je moest eens weten hoe belangrijk de lunchtijd voor een Fransman is) en neemt toch ongevraagd de moeite om rond te rijden, op zoek naar een plek voor ons om te eten. En on ons de parochie te wijzen waar we mogelijk om een slaapplek kunnen vragen.

Hulpvaardig is ook de man in het café dat eigenlijk gesloten was, die toch voor ons een kopje koffie wilde maken. We mochten trouwens ook wel even douchen hoor, als we wilden!

Die bewuste dag dat liftten niet lukte, we al genoeg km in de benen hadden en onze voorraden op waren, liepen we een gehucht in waar we een dame in de tuin zagen weken. Mensen op straat tegenkomen is best schaars, en zeker nu de nood wat hoger was, was zij direct een ‘doelwit’ voor ons.

Mijn vraag was nu ook wat directer: mogen we een hoekje van je tuin om onze tent op te zetten? En had ze misschien wat basisingrediënten waarmee we een simpele maaltijd konden maken?

Die plek in de tuin kregen we als vanzelfsprekend. Wat eten betreft overlegde ze even met haar partner. Wilden we niet gewoon met hen meeeten vanavond?

Vanaf daar werd het alleen maar overvloediger. Het stel was druk bezig met de verbouwing van hun huisje. Ze excuseerde zich dat we dus nog niet konden douchen en dat ze geen warm water had (maar dat kon ze wel voor ons maken hoor). Vervolgens nodigde ze ons uit aan de tuintafel, kregen we koffie, ging de lokaal gemaakte cider open, serveerde ze popcorn, snacks; wilden we rode wijn, dronken we mee met een glaasje whiskey?

Het werd wat frisser, ik kreeg een omslagdoek om me heen geslagen. Toen het donker was, gingen we binnen verder met de gezelligheid Ze maakte kruiken voor ons klaar die we vast in ons bed moesten leggen. We aten een heerlijke ovenschotel met salade, en kaas na. Nog een glaasje rood misschien? Proef dit eens, en deze huisgemaakte schnaps, goed voor de spijsvertering! Hier, neem toch wat fruit!

Het werd met alle gezelligheid half èèn voordat we in onze tent lagen —heerlijk warm ondanks de koude nacht. Dit was niet gastvrij, we waren gewoon ronduit vertroeteld.

De volgende dag namen we na koffie en zoete broodjes, gewassen en met een vol hart afscheid van deze uitbundige mensen.

Proudly powered by WordPress | Theme: Nomad Blog by Crimson Themes.